De invloed van de zee blijkt uit de getijde haventjes en spuisluizen die langs heel de Brabantse Wal voorkwamen. Met eb vielen ze droog en met vloed liepen ze vol. Ze dienden voornamelijk voor het transport van bieten naar de suikerfabrieken in Bergen op Zoom, Steenbergen en Dinteloord. Daar lagen de grotere havens, ook onder invloed van het getij. Met de aanleg van het Schelde-Rijnkanaal en de Deltawerken verdween het getij en werden haventjes en spuisluizen in de polders van Ossendrecht, Woensdrecht, Halsteren en Steenbergen gedempt. De havens van Bergen op Zoom, Steenbergen en Dinteloord bleven, met een vast peil, behouden voor de industrie en watersport. In Steenbergen hebben de nog bestaande sluizen van Benedensas en Bovensas een monumentale waarde.