In de Middeleeuwen vonden grote ontbossingen plaats in Nederland. Het bos werd vervangen door heide. Begin 19de eeuw was dan ook een groot deel van de Brabantse Wal bedekt met uitgestrekte heidevelden. Vanaf circa 1830 is men begonnen met het opnieuw aanplanten van bomen op de heide voor de houtproductie. De meeste bossen op de Wal stammen van omstreeks 1900. Twee voorbeelden van deze bosgebieden zijn Mattemburgh en Stoppelbergen en het Nederlandse deel van de Kalmthoutse Heide.

Mattemburgh

In het oosten van landgoed Mattemburgh werden op de heidegronden grove den en zeeden aangeplant. Zeeden is van oorsprong een soort van het Middellandse Zeegebied. Hij werd gebruikt vanwege zijn snelle groei. Na de bebossing werd er geen beheer meer uitgevoerd en lieten de eigenaren van Mattemburgh de natuur haar gang gaan, zodat er veel dood hout is blijven liggen. Dit hout maakt het gebied rijk aan holenbewoners en -broeders, mossen en paddestoelen.

www.brabantslandschap.nl/ontdek-de-natuur/natuurgebieden/brabantse-wal/landgoed-mattemburgh

Stoppelbergen

Ten zuiden van Ossendrecht, tegen de Belgische grens aan, ligt boswachterij Stoppelbergen. Ook hier is zeeden aangeplant. Het grote areaal met aanplant van deze boom maakt het gebied bijzonder onder de Brabantse bossen. In de boswachterij worden zo rond de 50 soorten broedvogels aangetroffen. Het is er rijk aan kuifmezen en andere insecteneters. Door de halfopen structuur van de zeedennen komt ook de nachtzwaluw voor, een beschermde Natura-2000 soort.

www.staatsbosbeheer.nl/natuurgebieden/brabantse-wal/toegankelijkheid

Kalmthoutse Heide

In het Nederlandse deel van de Kalmthoutse Heide zijn met Europese subsidies naaldbossen en exoten gekapt om ruimte te maken voor loofbos, het opnieuw stuiven van de duinen en het herstel van vennen.

http://www.grenspark.be/life-project-helvex-2014-2019

http://www2.grensparkzk.nl/life.phtml