NOS-wielercommentator Ducrot vertelt onzin over ontstaan Brabantse Wal

De Ronde van Spanje deed zondag de Brabantse Wal aan. Er was een sprint om twee bergpunten op de Rijzendeweg in Woensdrecht. De NOS commentator Ducrot sprak lacherig over deze helling van de vierde categorie in de Vuelta classificatie met een stijging van gemiddeld 3 procent over vierhonderd meter en 5 procent op het steilste stukje. Het Engelstalige wielerkanaal GCN sprak over een “tiny bump” (kleine hobbel). “Meer een oprit,” lachte Ducrot schamper.  Als Zeeuw kende Ducrot deze berg van Woensdrecht  van de trainingen uit Vlissingen toen hij zelf nog wielrenner was. Geeft allemaal niks, de helling tegen de Brabantse Wal is natuurlijk absoluut niet te vergelijken met de bergen die in Spanje straks de scherprechter zijn in de Vuelta. Beetje spotten kan geen kwaad. Toch doet de Rijzendeweg best wel pijn in de kuiten als je die maar vaak genoeg achter elkaar op moet fietsen zoals in de Ronde van Woensdrecht. Collega commentator Dijkstra merkte terecht op dat de Brabantse Wal wel degelijk de beslissing was in het NK Wielrennen in 2018 in Hoogerheide (de naam spreekt voor zich) dat door Matthieu van der Poel glansrijk gewonnen werd. Hoe dan ook,  de gezellige sfeer op de top van de Rijzendeweg was met de  muziek van harmonie Aurora er  niet minder om. 

Wel ergerlijk was dat commentator Ducrot de hellingen op de Wal verklaarde als:  “de oude randen van de gletsjers die uit de IJstijd  komen. Die  morenen zijn vergaan tot zand en dit zijn hier de restanten van.”

Een hoop aardrijkskundige onzin bij elkaar. Volstrekt foute informatie voor de honderdduizenden televisiekijkers. Een beetje zoeken op internet had opgeleverd dat de Brabantse Wal GEEN stuwwal is zoals de Amerongse Berg, die een dag eerder werd beklommen, WEL is. Blijkbaar zijn alle bergen in Nederland voor Ducrot op dezelfde manier gevormd. 

De Brabantse Wal is echt geen stuwwal, maar een steilrand die gevormd is door erosie (uitschuring) van de rivier de Schelde. In de IJstijd, die zo’n twaalfduizend jaar geleden eindigde,  is het landijs nooit zuidelijker geweest dan de lijn Haarlem-Utrecht- Nijmegen. Het ijs liet daar de stuwwallen van de Veluwe en Utrechtse Heuvelrug achter. De Brabantse Wal heeft dus nooit onder het ijs gelegen.

Helaas moet ik als oud-aardrijkskundeleraar Ducrot een dikke onvoldoende geven voor zijn spreekbeurt over de Brabantse Wal.

Op de Rijzendeweg in Woensdrecht staat een bord met wel de juiste informatie over het ontstaan van de Brabantse Wal.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *